Het OPA model voor verandering

[vc_row el_position=”first last”]

Waarom weerstand tegen verandering heel natuurlijk is en hoe je hiermee omgaat als mens en manager.
Waarom is het zo lastig om veranderingen van de directietafel naar de werkvloer te brengen?  Hoe komt het dat veel strategieën al stranden voordat ze zijn begonnen? Waarom willen ‘ze’  niet meewerken en hoe krijg ik ‘ze’ mee? Het zijn vragen waar menig manager zijn hoofd over  breekt. Volgens gedragsexpert en trainer Jeroen Bouman is het heel natuurlijk dat mensen  weerstand voelen bij verandering. Hij licht toe hoe dat komt en hoe je als organisatie kunt  zorgen voor een goed veranderklimaat.

Wie komt er aan mijn vuurtje?
Zoals Abraham Maslow al ontdekte en weergaf in zijn behoeftepiramide, bestaat de eerste  levensbehoefte van mensen uit fysieke behoeftes (zoals voedsel en warmte), direct gevolgd door de  behoefte aan veiligheid en zekerheid. Hoewel wij nu mijlenver lijken af te staan van onze voorouders,  zijn onze behoeftes niet wezenlijk veranderd. Toen werd de warmte en veiligheid geboden door een  vuurtje in een grot, nu door de vaste werkplek en de leaseauto. Als je morrelt aan de zekerheden van  mensen, maak je dus eigenlijk hun vuurtje uit en daar worden zij niet blij van. Het is dan ook heel natuurlijk dat wij ons ongemakkelijk voelen als  we uit onze comfortzone worden geduwd of getrokken. Verandering  leidt tot onrust, sterker nog, alleen al de aankondiging van  verandering leidt tot onrust. Want wat ga je doen als je vuurtje wordt  uitgemaakt? Blijf je in de kou zitten of zoek je een ander  onderkomen? Dat hangt waarschijnlijk af van de externe  omstandigheden – hoe koud is het buiten, en hoe onbehaaglijk voel  ik me?

Wat heeft OPA ermee te maken?
Een universeel model om het proces van veranderen uit te leggen is OPA. (O staat voor onrust, P  staat voor perspectief en A voor actie). Dit model is als zo oud als de mens en gaat ervan uit dat  mensen pas in actie komen als de onrust die ze voelen zoveel spanning oproept dat ze er niet meer  tegen kunnen of, in het positievere scenario, als ze een aantrekkelijk alternatief zien waar ze graag  naartoe willen, bijvoorbeeld een grotere grot met een vuurtje of een eigen hut.  De meeste mensen zitten in de fase dat ze het net niet ongemakkelijk genoeg hebben, ‘ik heb het niet  naar mijn zin, maar ik probeer ermee te leven’ en ook nog geen helder perspectief hebben ‘ik weet  niet precies wat mijn positie inhoudt in de nieuwe organisatiestructuur.’ Ze zijn zogezegd stuck in de  middle, het punt waarop er niets veranderd. Willen veranderingen echt plaatsvinden dan is het belangrijk om de onrust en spanning die nou  eenmaal bestaan, te kunnen ontladen door een nieuw perspectief te ontwikkelen. De vraag die je als  manager zou moeten stellen is niet: hoe krijg ik mijn mensen zover dat ze doen wat ik vraag? Maar:  hoe kan ik een zodanig klimaat creëren dat dit het veranderproces van mijn mensen stimuleert?.

Jeroen Bouman

Haptonoom, Adviseur gedragsverandering

[/vc_row]